Er is een onderzoek geweest die is uitgevoerd door de Amerikaanse ruimteorganisatie NASA. Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van satellietbeelden en data over temperatuur. Hieruit is een groot temperatuurverschil geconstateerd in steden als er wordt gekeken naar de binnen- en buitenstad. Dit temperatuurverschil komt met name door het gebruik van bepaalde bouwmaterialen, materialen voor het infrastructuur en de grootte van de groenvoorzieningen.
Indien een stad meer dan 65% ondoordringbare oppervlakten betreft, wordt de stad 1,6 graad warmer dan gemiddeld, blijkt uit het onderzoek. Dat zijn voornamelijk de dichtbebouwde gebieden, omdat deze voornamelijk verkoelende wind tegenhouden en het asfalt de hitte van de zon meer opneemt dan andere infrastructuur-bouwmaterialen.
Echter als de stad uit 35 % bestaat uit ondoordringbare oppervlakten en voor de rest uit groen, dan is de stad gemiddeld 1,3 graad warmer dan het gebied om de stad heen. De stad kan dus verkoelender worden door Bouwwerkbegroeners. Zij kunnen huizen voorzien van de juiste bouwmaterialen om deze temperatuurstijgingen tegen te gaan. Uiteraard zou er tevens meer groen geplaatst kunnen worden.
Deze 0,3 graad kan een grote invloed hebben op het gebruik van de airconditioning die men gebruikt. Wanneer deze 0,3 graad oploopt tot 1 graad, kan dit verschil leiden tot 20% meer gebruik van de airconditioning. Men wilt juist meer besparen op het gebruik van airconditioning, aangezien dit het merendeel van het energieverbruik is in een pand. Daarom wordt er geadviseerd om meer huizen te voorzien van begroeide daken en groene gevels, om het energieverbruik weer te verlagen.
Bron: http://stad-en-groen.nl/ en www.nu.nl