Realisatie van begroening van een dak of gebouw

Aanpak van de begroening van dak of pand

Het ontwerp en de uitvoering van bouwwerkbegroening is vakwerk. Bij de realisatie van groendaken, groengevels, multifunctionele daken en interieurbegroening zijn het ontwerp en uitvoering onlosmakelijk met elkaar verbonden. Gedegen voorbereidend onderzoek en een doorberekend plan zijn daarom vereist.

Voor de begroening van gebouwen wordt aanbevolen samen te werken met een tuinarchitect in combinatie met een bouwwerkbegroener die lid is van de VBB. Kijk hiervoor op onze ledenpagina.

Aandachtspunten bouwwerkbegroening

Bij de realisatie van uw begroeningsproject dient rekening gehouden te worden met de volgende aandachtspunten:

  • Draagkracht
  • Waterdichting inclusief isolatie
  • Windbelasting
  • Brandveiligheid
  • Dakdoorvoeringen
  • Bescherming tegen luchtstromen en uitstoot van gassen
  • Thermische isolatielaag
  • Garantieafspraken
  • Veiligheid tijdens werkzaamheden
  • Bereikbaarheid
  • Logistiek
  • Verzekering

Alle VBB specialisten houden bij de realisatie van uw project rekening met bovenstaande zaken. Kijk op onze ledenpagina voor een specialist die u verder kan helpen of neem contact op met de VBB. Wij brengen u in contact met de juiste organisatie(s).

Draagkracht

Voordat begroening op, in of aan een bouwwerk wordt gerealiseerd, dient in overleg met de constructeur en/of bouwaannemer de draagkracht van het dak onderzocht en vastgesteld te worden.

Windbelasting

Het Bouwbesluit verwijst voor de berekening van de windbelasting (windweerstand) op daken en voor de bevestiging van dakbedekkingen naar de Eurocode (NEN-EN 1991). De NEN-EN 1991-1-4 (wind) is, samen met de NTA 8292, geschikt voor de berekening van belasting op gebouwen. Zij bepalen de natuurlijke windbelasting voor het constructief ontwerp van gebouwen en civieltechnische werken voor elk van de te beschouwen vlakken.

Brandveiligheid

Het Bouwbesluit schrijft voor dat het dak van een bouwwerk niet brandgevaarlijk mag zijn. Het dak dient de beproevingsmethode te doorstaan die omschreven staat in de NEN 6063 of NTA 8292. Voor de beoordeling van de brandveiligheid van begroeiing wordt veelal de ‘Landesbauordnung voor de brandveiligheid van dakbegroeiingen’ gevolgd. Hieruit volgt o.a. dat een laagblijvende extensieve dakbegroeiing gelijke bescherming tegen vliegvuur en stralende warmte biedt als geballaste losliggende dakbedekkingssystemen. Voorwaarde is dat de vegetatiedragende laag een laagdikte heeft van min. 30 mm en max. 20% (gewichtsprocent) organische bestanddelen bezit.

Dakdoorvoeringen

Gevelaansluitingen met deuren en vensters (openingen) dienen aangebracht te worden hoger dan 120 mm, gemeten vanaf de bovenzijde van de watervoerende laag. Aangrenzend dient een strook van 300-500 mm breedte aangelegd te worden, bestaande uit grind (minimaal 16/32) of betontegels. Op afstanden van maximaal 40 meter dienen brandwerende opstanden aangebracht te worden met een minimale hoogte van 300 mm, of een strook van minimaal 1 meter breedte bestaande uit grind 16/32 of betontegels.

Bescherming tegen luchtstromen en uitstoot van gassen

Bij ventilatie- en airconditioninginstallaties moet vanwege het vrijkomen van warme en koude luchtstromen rekening worden gehouden met mogelijke schade aan de beplanting door vorst en droogte. Afvoergassen en rookkanalen kunnen ook schade aan beplanting veroorzaken. Dit is te voorkomen door aanleg van juiste beplanting en/of een vegetatievrije strook.

Thermische isolatielaag

De toegepaste vegetatie kan thermisch voordeel opleveren. Het kan een extra bijdrage leveren aan de bestaande thermische isolatie. De bijdrage aan de warmteweerstand is in vergelijking tot de thermische isolatie echter zeer gering. Om aan de wettelijk gestelde eisen (EPC-waarde) en eventuele lokale wetgeving bij een renovatie te voldoen, zal het tevens toepassen van een thermische isolatie noodzakelijk zijn.

Garantieafspraken 

Voordat een dakbegroeiing wordt aangelegd, moeten garanties worden overeengekomen met de opdrachtgever. De waterdichtheid van het dak moet afdoende worden getest voordat het dak vrijgegeven wordt voor werkzaamheden. Vanaf dan ligt de verantwoordelijkheid voor beschadiging of lekkage bij de aannemer. Een schone werkplek is van groot belang, omdat zo beschadigingen aan het dak kunnen worden voorkomen. Aanvullend is het raadzaam het dak zo snel mogelijk te voorzien van drainageplaten of desnoods extra folie, om beschadiging te voorkomen.

Veiligheid tijdens werkzaamheden

Voorafgaand aan de start van de werkzaamheden moeten beschermende maatregelen aan de dakrand worden toegepast zodat werknemers niet kunnen vallen. Het Arbobesluit zegt in artikel 3.16 dat valgevaar moet worden tegengegaan door “een veilige steiger, stellingbordes of werkvloer”. Dit is vereist wanneer de valhoogte 2,50 meter of meer bedraagt of als er kans is op obstakels, uitstekende delen of een val in het water. Arbobesluit deel 1, ‘Oplossingen voor daken’ verschaft hier meer informatie over.

Verzekering

Regel in een vroeg stadium een goede CAR-verzekering die schade aan het bouwproject dekt. Een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering is vaak niet voldoende. Bij een nieuw bouwobject valt schade veroorzaakt door onderaannemers vaak onder de verantwoordelijkheid van de bouwkundig aannemer. Raadpleeg hierover uw verzekeringsconsulent.

Bereikbaarheid

Aanleg van het begroeide dak staat veelal gepland in het laatste stadium van de bouw. Voor het transport naar en op het dak zal meestal een mobiele kraan worden ingezet. Ook moet eerst onderzoek worden gedaan naar de bereikbaarheid van het dak en de eisen van overheidsinstanties. Deze aspecten zijn sterk bepalend voor prijs en uitvoering. Overleg alle zaken met relevante partijen voordat de uitvoering van een dakbegroeiing wordt gestart of een prijs wordt bepaald.

Logistiek

Bij een nieuw bouwwerk is het noodzakelijk te overleggen met de aannemer om de planningen goed op elkaar af te stemmen. Voor een goed verloop van transport naar de werkplek op het dak zijn de volgende onderdelen van belang:

• Bereikbaarheid van de kraan naar het object en/of de werkplek/bouwplaats.
• Voor de keuze van kraan is hoogte van het dak, benodigde reikwijdte over het object en het gewicht van de te verplaatsen materialen essentieel (let daarbij ook op de toelaatbare belasting van de beoogde opslagplek).
• Voor de opslag van materialen en de uitvoering van de werkzaamheden is het in sommige gevallen voordeliger de materialen in fases aan te leveren dan alle bouwmaterialen in één werkgang ter plaatse te krijgen.
• Substraten voor de aan te brengen beplantingen worden vaak door middel van blazen op het dak aangebracht. De doeltreffendheid van deze methode hangt af van de afstand en de hoogte van het aan te leggen object.

Logo VBB FLL norm

Daken en gevels bieden ongekend veel mogelijkheden voor begroeiing en ander multifunctioneel gebruik. De VBB FLL norm borgt de kwaliteit van de realisatie van bouwwerkbegroening. De norm is ontwikkeld door de VBB, als officieel licentienemer van het Duitse Forschungsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau (FLL). De norm is vertaald en geactualiseerd en sluit aan op de Nederlandse wet- en regelgeving.